Leerlingvolgsysteem

Wij gebruiken het IEP leerlingvolgsysteem op de Ark. Vanaf eind groep 6 wordt gesproken over referentieniveaus. Hieronder leggen wij uit wat dit inhoudt. 

Meestal hoor je de term referentieniveau als ouder voor het eerst in groep 8. Bij de uitslag van de eindtoets wordt namelijk aangegeven welk referentieniveau je kind beheerst. Met het IEP leerlingvolgsysteem werken wij al vanaf eind groep 6 met referentieniveaus.

Wat zijn referentieniveaus?
Sinds augustus 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van toepassing. Referentieniveaus zorgen dat het voorgezet onderwijs goed aansluit op het basisonderwijs en daarna weer op het vervolgonderwijs (mbo, hbo, universiteit). De niveaus bepalen welke stof een kind moet beheersen in welke fase van zijn schoolloopbaan. Niet alleen aanbieden, ook beheersen.
Het grootste verschil met de kerndoelen (doelen die aangeven welk leerstof elke school minimaal moet behandelen) is dat de kerndoelen een aanbodverplichting hebben en referentieniveaus een opbrengstverplichting. Elke school moest dus aanbieden wat er in de kerndoelen staat, maar de opbrengstverplichting van de referentieniveaus gaat iets verder: de school moet de stof niet alleen aanbieden, de kinderen moeten de stof ook gaan beheersen.

Basisschool: niveau 1F en 1S
Het basisniveau 1F is het niveau dat kinderen aan het einde van de basisschool minimaal zouden moeten beheersen. Maar het gewenste niveau ligt hoger. De overheid heeft de wens dat het grootste deel van de leerlingen aan het eind van de basisschool een hoger niveau behaalt, het streefniveau 1S. Voor taal staat 1S gelijk aan de tweede stap in het basisniveau: 2F. Bij taal op niveau 1F moet je denken aan teksten met een eenvoudige structuur en met vaak gebruikte woorden. Bij 2F zijn de teksten iets ingewikkelder. Bij rekenen wordt op niveau 1F met eenvoudige getallen gerekend. Bij 1S rekent je kind met complexere getallen en zijn er meer denkstappen nodig om een rekenopgave op te lossen. Niet alle kinderen zullen het streefniveau halen. Voor ongeveer een derde van de kinderen is dat te hoog gegrepen. Rond groep 6 wordt meestal duidelijk naar op welk niveau je kind ongeveer afstevent. De inzet is dat je kind minimaal het basisniveau 1F haalt aan het eind van de basisschool. Ook zijn er kinderen die juist een hoger niveau halen op de basisschool.

Aansluiting op het voortgezet onderwijs
Doordat de referentieniveaus doorlopen in het voortgezet onderwijs krijgt je kind alle tijd om het niveau te bereiken dat bij zijn of haar opleiding past. Scholen voor voortgezet onderwijs zetten doorgaans taal,- en rekenleraren in en er is vaak ruimte voor RT (remedial teaching). Vroeger kwam het rekenen zoals we dat op de basisschool leerden, niet meer terug op de middelbare school. Op het voortgezet onderwijs kreeg je alleen wiskunde en taal werd Nederlands. Toch heel verschillend, wat ertoe leidde dat het reken,- en taalniveau verslechterde. Dat gebeurt nu eenmaal als je vaardigheden niet meer regelmatig oefent. Nu gaan kinderen in de brugklas en de jaren daarna meteen weer aan de slag met taal en rekenen, zodat het niveau behouden blijft en zelfs nog flink kan stijgen.

Wat kun je als ouder doen?
Als ouder hoef je je niet extra in te spannen om te zorgen dat je kind aan de referentieniveaus kan voldoen. Je mag erop vertrouwen dat de leerkracht je kind volgt en weet wat het niveau is dat bij jouw kind past.

Bron: Heutink